Welkom Gast

Straffen

Straffen worden onderverdeeld in lichte straffen, shido, en zware straffen, Hansoku-make. Wanneer men een straf verdient, heeft dat, behalve de eerste straf, een gevolg voor het scorebord:
 de eerste shido is een waarschuwing en verschijnt niet op het scorebord;
 bij de tweede shido krijgt de tegenstander een yuko;
 bij de derde straf verdwijnt de yuko en wordt deze vervangen door een waza-ari;
 Vier shido's staan gelijk aan één hansoku-make.

 
Een hansuko-make leidt tot het verliezen van de wedstrijd waarbij de andere judoka punten krijgt gelijk aan een ippon (10), en kan tot diskwalificatie leiden, zie hieronder.

Shido

Een shido wordt gegeven voor gedrag dat de wedstrijd onrechtmatig verstoort. Dit is onder andere:
 bovenmatig defensief judo;
 inactief judo;
 onnodig naar de grond duiken;
 onnodig veel de gevechtsruimte uit lopen;
 met handen of voeten in het gezicht van de tegenstander zitten;
 het judopak van jezelf of je tegenstander herschikken;
 pakking vermijden;
 schijnaanval uitvoeren;
 vingers in de mouw of broekspijp steken;
 eenzijdige pakking (mag wel als de judoka die de eenzijdige pakking heeft direct gooit na het vastpakken);
 een armklem maken in wedstrijden met judoka's van 16 jaar of jonger;
 verwurging maken in wedstrijden met judoka's van 11 jaar of jonger;
 de vingers van de tegenstander naar achteren buigen.
 spreken tijdens een wedstrijd.

Hansoku-make (diskwalificatie)

Hansuko-make kan direct gegeven worden voor een ernstige overtreding van de regels zoals hieronder beschreven of 'verdiend' worden door viermaal een shido te verkrijgen. Bij een 'directe' hansuko-make volgt altijd uitsluiting van de rest van het toernooi wegens diskwalificatie, behalve bij diving. Een 'indirecte' hansuko-make verkregen door vier shido's leidt niet tot uitsluiting van de rest van het toernooi maar enkel tot het verliezen van de wedstrijd wegens diskwalificatie.
 
Een 'directe' hansuko-make wordt gegeven voor:
 een armklem toepassen op een andere plek dan het ellebooggewricht;
 van achter een tegenstander met de gezichten dezelfde kant op door de benen heen het standpunt wegvegen en naar voren vallen kwazu-gake;
 een tegenstander die al op de mat ligt optillen en direct weer op de mat werpen;
 geen acht slaan op de scheidsrechter;
 onnodig roepen of gebaren maken die minachtend zijn jegens de scheidsrechter of de tegenstander;
 een tegenstander trachten te verwonden tegen de geest van de judosport in;
 iedere andere handeling die in serieuze mate tegen de geest van de Judosport indruist;
 een bedekt of onbedekt metalen voorwerp dragen;
 het vanuit staande positie pakken van één of beide benen tenzij een uitzondering van kracht is (zie hieronder), voor een eerste overtreding krijgt men een shido, voor de tweede een hansuko-make, 'grabbing';
 tijdens het uitvoeren van een staande techniek met het hoofd voorover (koprol) duiken, diving.
 
Hierbij de opmerking dat grabbing en diving als enige 'directe' hansuko-makes niet tot uitsluiting voor het gehele toernooi leiden maar enkel leiden tot een diskwalificatie voor de wedstrijd waarin de overtreding is begaan.

Grabbing

Eind 2010 is besloten door de internationale Judo federatie (IJF) om de regels van het Judo aan te scherpen om zo te zorgen voor een groter onderscheid tussen Judo en andere worstelsporten. Een van de regels die vanaf 2011 is ingevoerd door het IJF, en ook in Nederland door de JBN, is dat het in beginsel verboden werd om vanuit een staande positie één of beide benen van de tegenstander te pakken, het zogenoemde grabbing.
 
Men mag enkel één of beide benen pakken vanuit een staande positie indien:
 de tegenstander bezig is met een techniek en er lichaamscontact is, of;
 de uitvoerende Judoka zelf getracht heeft een techniek te maken en er lichaamscontact is, hierbij is het wel belangrijk dat er een oprechte en duidelijke intentie was bij de 'eerste' techniek om te werpen en dat deze techniek niet enkel werd ingezet als voorwendsel om te kunnen grabben, of;
 de tegenstander een crossguard pakking heeft, dat wil zeggen: linker arm houdt linker arm vast en rechter arm houdt over de linker schouder de rug vast (of vice versa), en de uitvoerende Judoka heeft deze crossguard niet zelf veroorzaakt.
 
Mocht de geworpen persoon eerst met 1 schouder en pas na een worsteling met 2 schouders op de mat terecht komen spreekt men van een Ochimuck. Indien dit het geval is zal de hoofdscheidsrechter sono-mama roepen waarna met de 2 assistent-scheidsrechters overlegd wordt of er een ippon of een waza-ari wordt gegeven.
 
Indien niet één van hierboven genoemde uitzonderingen van toepassing is en er wordt wel een been gepakt dan is de uitvoerende Judoka in overtreding. De techniek kan dan niet tot punten leiden, de uitvoerende Judoka wordt bestraft met een shido, indien een tweede maal door eenzelfde Judoka in één wedstrijd grabbing wordt gepleegd dan volgt een hansuko-make voor de uitvoerende Judoka. Deze hansuko-make resulteert, in uitzondering van de normale procedure bij een hansuko-make, niet in een uitsluiting voor het gehele toernooi maar 'slechts' tot een diskwalificatie voor de wedstrijd waarin de overtreding is begaan.
 
Namen van de straffen en overeenkomende scores:

Eerste straf (waarschuwing)
 
Shido: 0 strafpunten
 

Tweede straf
 
Shido: 5 strafpunten
 

Derde straf
 
Shido: 7 strafpunten


Vierde straf (gediskwalificeerd)
 
Hansoku-make: 10